DCIS (ductaal carcinoma in situ) is het voorstadium van borstkanker. Bij DCIS zitten er kwaadaardige cellen in de melkgangen van de borst. Soms voelen de melkgangen hard en stug aan. Maar in ruim 80% van alle gevallen voelt u niets. DCIS kan zich ontwikkelen tot borstkanker.
DCIS – voorstadium van borstkanker
Meer over DCIS
Vormen van DCIS
- graad 1: de cellen zijn afwijkend maar lijken nog goed op de oorspronkelijke cellen
- graad 2: een vorm die te afwijkend is voor graad 1, maar te weinig afwijkend voor graad 3
- graad 3: de cellen zijn afwijkend en lijken nauwelijks meer op de oorspronkelijke cellen
Behandeling van DCIS
DCIS is geen borstkanker, maar wordt vaak wel net als borstkanker behandeld. Er is meestal een operatie nodig om het gebied met DCIS weg te halen. Afhankelijk van de grootte van dit gebied en de grootte van uw borst is in overleg met uw arts een van de volgende operaties mogelijk:
- borstsparende operatie gevolgd door radiotherapie
- borstamputatie
- borstamputatie met gelijk een reconstructie
Wetenschappelijk onderzoek
Bij DCIS graad 1-2 is de kans groot, dat deze vorm van DCIS nooit zal uitgroeien tot borstkanker. Daarom is er in 2017 een groot wetenschappelijk onderzoek gestart: de LORD studie. Hierin worden vrouwen met DCIS graad 1-2 (die daarvoor in aanmerking komen en dit willen) vergeleken, of zij zonder operatie en met regelmatige controles net zo goed af zijn als vrouwen die de standaardbehandeling (operatie met of zonder bestraling) krijgen. Als in de toekomst uit dit onderzoek blijkt dat opereren en bestralen niet meer nodig is, dan bespaart dit de patiënt een intensieve behandeling. Mocht u voor dit onderzoek in aanmerking komen, dan zal de arts dit met u bespreken. Lees eventueel meer over het wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling bij DCIS op kanker.nl. Heeft uw vragen over wat dit betekent in uw eigen situatie, bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig consulent mammacare (casemanager) of verpleegkundig specialist.