Longtumor verwijderen

Om voor een longoperatie in aanmerking te komen, wordt rekening gehouden met de algehele lichamelijk conditie, de longfunctie en de grootte en de plaats van de tumor. Ook wordt er gekeken naar eventuele uitzaaiingen in de lymfeklieren of elders in het lichaam.  

Meer over verwijderen van de longtumor

De chirurg heeft verschillende technieken om een longtumor te verwijderen: 
 
VATS lobectomie 
De operatie gebeurt via een kijkoperatie. Dat betekent dat de chirurg 3 kleine sneetjes maakt, waardoor een buisvormige camera (thoracoscoop) en verschillende operatie-instrumenten in de borstholte worden gebracht. Via een beeldscherm, dat verbonden is met de camera, voert de chirurg de operatie uit. Voordeel van deze techniek is, dat het zo min mogelijk schade brengt aan het weefsel (huid, spieren en pezen). De chirurg gebruikt deze techniek het meest, maar de techniek is niet bij iedereen mogelijk. De chirurg kan u nader informeren. 
 
Spiersparende thoracotomie 
Bij deze operatietechniek snijdt de chirurg de brede rugspier dwars door (volgens het verloop van de daaronder liggende ribben) om zo de ribben en borstkas te benaderen. Op het einde van de operatie sluit de chirurg de borstkas en hecht deze rugspier weer aan elkaar. Als een spier in de vezelrichting wordt ingesneden en opengesperd, is er minder weefselschade en bevordert dit een snel herstel. 
 
Posterolaterale thoracotomie (conventionele operatie) 
Bij deze operatie maakt de chirurg een snede van achter-onder langs het schouderblad naar voren, meestal is dit op de plaats van de 6e rib. U wordt, als u in de operatiekamer onder narcose bent, hiervoor op uw zij gelegd. De chirurg kan de snede ook in de huid dwars op de ribben plaatsen, zodat de spier opzij wordt geschoven in plaats van door de midden gesneden en weer vastgehecht zoals bij de spiersparende thoracotomie. 

U krijgt van uw chirurg uitgebreide voorlichting over de operatie. Al voor de ingreep wordt u begeleid om zo fit mogelijk de operatie in te gaan. Dit bevordert het herstel na de operatie. Omdat u algehele anesthesie (narcose) krijgt, moet u voor de ingreep nuchter zijn. Lees meer over uw opname.  

Na een longoperatie blijft u gemiddeld 4-7 dagen in het ziekenhuis. Een fysiotherapeut ondersteunt u met ademhalings- en bewegingsoefeningen.

U leest in de folder ‘oefeningen na longoperatie’ alle informatie over de ademhalingsoefeningen en ook oefeningen voor uw schouder. Bekijk de volgende animatie van het umcg over de ademhalingsoefeningen: 

Om de video te bekijken, dient u akkoord te gaan met functionele cookies. Accepteer de functionele cookies met onderstaande knop om verder te gaan.

 

Websites met meer informatie

Aandoeningen