Bij een uitstrijkje neemt de gynaecoloog met een borstel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen zijn voor (een voorstadium van) baarmoederhalskanker. Als in het uitstrijkje afwijkende cellen worden gezien, vindt er verder onderzoek plaats (colposcopie).